Jazeker heb ik wel gegokt, Laurie had me
gevraagd om geld in te zetten op nr. 27, dus dat heb ik gedaan. Drie keer zelfs. Helaas leverde het niets op. Maar zo’n casino bezoek is niks aan in je eentje hoor, dus ik was snel klaar daar. Ik
snap de mensen die uren achter zo’n kast zitten niet zo goed.
Vandaag weer vroeg op, want de volgende tour staat in de agenda. De tocht door Death Valley National Park is vandaag de planning en dan rijden we verder naar Mammoth Lakes, daar is ons hotel
naast de skilift, dus weer grote contrasten in temperatuur.
De hele week proberen de 3 bussen van onze groep een beetje bij elkaar uit de buurt te blijven, maar vandaag gaan we in een colonne van 3 door de woestijn van Death Valley, just to be sure.
Maar eerst stoppen we bij het bekende ‘welcome to Las Vegas’ bord voor een fotostop. We verlaten ‘SinCity’ met een paar spatjes regen en een dichtbewolkte lucht, de eerste keer deze vakantie
Het wordt een tocht van 539 km. Van 86 meter onder zeeniveau in Death Valley naar 2700 meter hoogte bij Mammoth Lakes. Succes Jeffrey (dat is onze chauffeur).
We stoppen in Pahrump om boodschappen te doen voor de lunch omdat er een lange, hete en verlaten weg aankomt.
We rijden eerst door de Mojavi woestijn. Hier zien de bergen er weer heel anders uit, geen rode rotsen, maar grijs gesteente en de begroeiing is van dat rode gras en grijsgroen laag struikgewas.
De weg is eindeloos, een lange rechte streep asfalt, ik ben echt blij dat ik al deze kilometers niet zelf hoef te rijden. Na alweer een uur gaan we de grens met California weer over en zijn we
terug in de Sun-state. Het gebied waar we doorheen rijden was lang geleden een zee, die is opgedroogd maar heeft het zout en andere mineralen zoals sodium en borax achtergelaten. Daardoor
ontstaat die bijzondere begroeiing. Doordat er nu 2 winters achter elkaar best veel regen is gevallen is het ook behoorlijk groen.
Daarna gaan we langzaam Death Valley in, de vallei is ontdekt door de 49’ers, die in 1849 op zoek waren naar de goudvelden in California. Ze verloren in dit gebied onderweg veel leden van de
groep en toen ze de woestijn achter zich lieten zei een van hen: farewel Death Valley. En zo is de naam ontstaan. Tegenwoordig is er een beweging, ‘The 49’ers’, die ieder jaar in november de reis
van de originele ontdekkingsreizigers nadoen, onderweg zien we hun nederzettingen.
We doen de eerste fotostop bij Zebriski view point, we moeten even naar boven klimmen, maar dan is er een prachtig uitzicht. Het zand heeft veel verschillende kleuren, dat komt natuurlijk door de
mineralen in de grond. En je ziet ook het zout zo hier en daar wit oplichten. Daarna gaat de bus verder naar het bezoekerscentrum. Op het parkeerterrein daar zien we een coyote lopen, ziet eruit
als een magere herdershond. In dit gekke, onherbergzame gebied wonen ook Indianen. Dit keer de Timbishe Shosone stam. Hoe kan het, hoe kun je hier leven?
En ja hoor, als we bij het bezoekerscentrum willen vertrekken blijkt een van de bussen een lekke band te hebben. Dus de Duitse passagiers uit die bus schuiven bij ons in. De Italianen gaan in de
‘Engelse’ bus. Fijn dat we dit samen doen.
We komen nu echt in het desolate gebied, we slaan het allerlaagste deel over (Badwater), maar we zien hier wel de zoutvlakten naast de bus. Daar groeit niks, helemaal niks. Maar soms is er dan
ineens een stuk heel groen begroeid, Nicole vertelt dat het winter-regenwater en het smeltwater van de sneeuw uit de Sierra Nevada op die plaatsen ondergronds is opgeslagen.
Bij een grote vlakte met zandduinen doen we weer een fotostop. Ook al is het ‘maar’ 42 graden, nog lang niet het record hier, en flink bewolkt hebben we het goed warm zodra we de bus uitstappen.
Na de eerste bergkam die we beklimmen is daar ineens toch weer blauwe lucht en de zon. Gelukkig, ik begon me al zorgen te maken. Daarna komt er nog een heuveltop, respect voor onze chauffeur met
die grote bus.
De volgende fotostop is bij de Starwars canyon, hier zijn opnamen gemaakt voor deze film(s).
Als we het Death Valley national park verlaten doemt de Sierra Nevada voor ons op. Met een flink zwarte lucht erboven, het regent! Hopelijk is de bui voorbij als wij daar aankomen.
We komen langs Manzanar, dat was in WOll een gevangenkamp voor zo’n 120.000 Japanners die destijds in Amerika woonden. Zij werden opgepakt na de aanslag op Pearl Harbor en pas weer vrijgelaten in
november 1945.
In de Sierra Nevada rijden we omhoog naar Mammoth Lakes. Dat plaatsje heet niet zo omdat er mammoeten hebben geleefd, maar omdat er een bedrijf werd gevestigd dat zich Mammoth Mining noemde.
We rijden langs een megagrote kudde schapen en zien ook veel runderen, het landschap wordt groener, duidelijk meer leefbaar hier. In de tussentijd worden we ook gewaarschuwd voor de mogelijke
aanwezigheid van beren rondom de lodge waar we gaan logeren. Niet echt kalmerend als je een stukje wilt gaan wandelen.
De temperatuur hier op de berg is 11 graden, vannacht koelt het af naar zo ongeveer 4. Dat is wel een verschilletje met de 42 van Death Valley.